Main Index: Hollands Statenvertaling

 

2 Kronieken 17

[1] [2] [3] [4] [5] [6] [7] [8] [9] [10] [11] [12] [13] [14] [15] [16] [17] [18] [19] [20] [21] [22] [23] [24] [25] [26] [27] [28] [29] [30] [31] [32] [33] [34] [35] [36]

2KRONIEKEN 17:1 En zijn zoon Josafat werd koning in zijn plaats, en hij sterkte zich tegen Israel.

2KRONIEKEN 17:2 En hij leide krijgsvolk in alle vaste steden van Juda, en leide bezettingen in het land van Juda, en in de steden van Efraim, die zijn vader Asa ingenomen had.

2KRONIEKEN 17:3 En de HEERE was met Josafat; want hij wandelde in de vorige wegen zijns vaders Davids, en zocht de Baals niet.

2KRONIEKEN 17:4 Maar hij zocht den God zijns vaders, en wandelde in Zijn geboden, en niet naar het doen van Israel.

2KRONIEKEN 17:5 En de HEERE bevestigde het koninkrijk in zijn hand, en gans Juda gaf Josafat geschenken; en hij had rijkdom en eer in menigte.

2KRONIEKEN 17:6 En zijn hart verhief zich in de wegen des HEEREN; en hij nam verder de hoogten en de bossen uit Juda weg.

2KRONIEKEN 17:7 In het derde jaar nu zijner regering zond hij tot zijn vorsten, tot Ben-chail, en tot Obadja, en tot Zecharja, en tot Nathaneel, en tot Michaja, opdat men zou leren in de steden van Juda.

2KRONIEKEN 17:8 En met hen de Levieten, Semaja en Nethanja, en Zebadja, en Asael, en Semiramoth, en Jonathan, en Adonia, en Tobia, en Tob-adonia, de Levieten, en met hen de priesters Elisama en Joram.

2KRONIEKEN 17:9 En zij leerden in Juda, en het wetboek des HEEREN was bij hen; en zij gingen rondom in alle steden van Juda, en leerden onder het volk.

2KRONIEKEN 17:10 En een verschrikking des HEEREN werd over alle koninkrijken der landen, die rondom Juda waren, dat zij niet krijgden tegen Josafat.

2KRONIEKEN 17:11 En van de Filistijnen brachten zij Josafat geschenken met het opgelegde geld; ook brachten hem de Arabieren klein vee, zeven duizend en zevenhonderd rammen, en zeven duizend en zevenhonderd bokken.

2KRONIEKEN 17:12 Alzo nam Josafat toe, en werd ten hoogste groot; daartoe bouwde hij in Juda burchten en schatsteden.

2KRONIEKEN 17:13 En hij had veel werks in de steden van Juda, en krijgslieden, kloeke helden in Jeruzalem.

2KRONIEKEN 17:14 Dit nu is hun telling, naar de huizen hunner vaderen. In Juda waren oversten der duizenden: Adna de overste, en met hem waren driehonderd duizend kloeke helden.

2KRONIEKEN 17:15 Naast hem nu was de overste Johanan; en met hem waren tweehonderd en tachtig duizend;

2KRONIEKEN 17:16 Naast hem was Amasia, de zoon van Zichri, die zich vrijwillig den HEERE overgegeven had; en met hem waren tweehonderd duizend kloeke helden.

2KRONIEKEN 17:17 En uit Benjamin was Eljada, een kloek held; en met hem tweehonderd duizend, die met boog en schild gewapend waren.

2KRONIEKEN 17:18 En naast hem was Jozabad; en met hem waren honderd en tachtig duizend, ten krijge toegerust.

2KRONIEKEN 17:19 Dezen waren in den dienst des konings; behalve degenen, die de koning in de vaste steden door gans Juda gezet had.