Main Index: Hollands Statenvertaling

 

Spreuken van Salomo 18

[1] [2] [3] [4] [5] [6] [7] [8] [9] [10] [11] [12] [13] [14] [15] [16] [17] [18] [19] [20] [21] [22] [23] [24] [25] [26] [27] [28] [29] [30] [31]

SPREUKEN 18:1 Die zich afzondert, tracht naar wat begeerlijks; hij vermengt zich in alle bestendige wijsheid.

SPREUKEN 18:2 De zot heeft geen lust aan verstandigheid, maar daarin, dat zijn hart zich ontdekt.

SPREUKEN 18:3 Als de goddeloze komt, komt ook de verachting en met schande versmaadheid.

SPREUKEN 18:4 De woorden van den mond eens mans zijn diepe wateren; en de springader der wijsheid is een uitstortende beek.

SPREUKEN 18:5 Het is niet goed, het aangezicht des goddelozen aan te nemen, om den rechtvaardige in het gericht te buigen.

SPREUKEN 18:6 De lippen des zots komen in twist, en zijn mond roept naar slagen.

SPREUKEN 18:7 De mond des zots is hemzelven een verstoring, en zijn lippen een strik zijner ziel.

SPREUKEN 18:8 De woorden des oorblazers zijn als dergenen, die geslagen zijn, en die dalen in het binnenste des buiks.

SPREUKEN 18:9 Ook die zich slap aanstelt in zijn werk, die is een broeder van een doorbrenger.

SPREUKEN 18:10 De Naam des HEEREN is een Sterke Toren; de rechtvaardige zal daarhenen lopen, en in een Hoog Vertrek gesteld worden.

SPREUKEN 18:11 Des rijken goed is de stad zijner sterkte, en als een verheven muur in zijn inbeelding.

SPREUKEN 18:12 Voor de verbreking zal des mensen hart zich verheffen; en de nederigheid gaat voor de eer.

SPREUKEN 18:13 Die antwoord geeft, eer hij zal gehoord hebben, dat is hem dwaasheid en schande.

SPREUKEN 18:14 De geest eens mans zal zijn krankheid ondersteunen; maar een verslagen geest, wie zal dien opheffen?

SPREUKEN 18:15 Het hart der verstandigen bekomt wetenschap, en het oor der wijzen zoekt wetenschap.

SPREUKEN 18:16 De gift des mensen maakt hem ruimte, en zij geleidt hem voor het aangezicht der groten.

SPREUKEN 18:17 Die de eerste is in zijn twistzaak, schijnt rechtvaardig te zijn; maar zijn naaste komt, en hij onderzoekt hem.

SPREUKEN 18:18 Het lot doet de geschillen ophouden, en maakt scheiding tussen machtigen.

SPREUKEN 18:19 Een broeder is wederspanniger dan een sterke stad; en de geschillen zijn als een grendel van een paleis.

SPREUKEN 18:20 Van de vrucht van ieders mond zal zijn buik verzadigd worden; hij zal verzadigd worden van de inkomst zijner lippen.

SPREUKEN 18:21 Dood en leven zijn in het geweld der tong; en een ieder, die ze liefheeft, zal haar vrucht eten.

SPREUKEN 18:22 Die een vrouw gevonden heeft, heeft een goede zaak gevonden, en hij heeft welgevallen getrokken van den HEERE.

SPREUKEN 18:23 De arme spreekt smekingen; maar de rijke antwoordt harde dingen.

SPREUKEN 18:24 Een man, die vrienden heeft, heeft zich vriendelijk te houden; want er is een liefhebber, die meer aankleeft dan een broeder.